In Memoriam Jacques HanssenTijdens de begrafenismis op donderdag 20 november sprak Bert Smeets een woord tot de aanwezigen over Jacques en het schaken in zijn leven. Bij deze zijn woorden in digitale vorm.DonderdagHet is donderdag! En het kan geen toeval zijn, dat we juist vandaag Jacques de laatste eer bewijzen.Want donderdag was een speciale dag: donderdag is schaakdag, de clubavond van de schaakvereniging Voerendaal. Om te beginnen werd in huize Hanssen ‘s middags in plaats van ’s avonds warm gegeten. ’s Avonds eten gaf het risico dat hij slaperig zou zijn onder de partij en dat wilde hij natuurlijk vermijden. En voor het overige moest hij vrij zijn voor zijn werk als competitieleider. Dan kwamen de telefoontjes – wie er wél en wie niet zouden komen die avond – en rond 7 uur ging hij dan aan de slag met zijn klapper met lijsten en schema’s om de partij-indeling te maken. Natuurlijk kwam het voor dat iemand na 7 uur nog belde, of dat in het speellokaal opeens iemand voor hem stond die toch ook nog mee wilde doen. Dan ging hij gelijk weer aan de slag met de puzzle, om je alsnog in te delen: No problemWant Jacques maakte nooit ergens een probleem van. Hij was een man van oplossingen, een positivo eerste klas, iemand met een opmerkelijk optimisme. Zo sprak een van ons recent nog met hem over de ziekte en behandeling. Jacques had uitgelegd dat de dokter hem had verzekerd dat ze de pijn goed konden bestrijden. En toen oprecht gemeend: “daarmee heb ik toch geluk gehad!” Jacques begroette iedereen en had vooral aandacht voor de nieuwelingen. Andere clubs hebben nogal eens het probleem dat nieuwelingen snel weer wegblijven, kennelijk omdat ze niet goed opgevangen worden. Wij hadden dat probleem niet, en ik vernam dezer dagen nog van zo’n nieuw lid dat hij zich met name door Jacques heel snel thuis is gaan voelen in de vereniging. Zo had Jacques zo enthousiast gereageerd toen hij als nieuweling zijn eerste partij won. Aan het eind van zo’n donderdagavond – als de officiële partijen zijn afgelopen – zitten er altijd nog enkele “die hards” door te spelen. Jacques was er daar één van. Alsof hij maar niet genoeg kon krijgen van het spelletje. En tenslotte volgde met ons de afsluiting aan de bar, uiteraard met een Elske – wat hem overigens van de zomer opeens niet meer zo smaakte.Hij zei vaak dat hij het zo gezellig vond. En dat kon je ook aan hem zien, dat oprechte, bijna kinderlijk plezier. Zo zijn we veel op stap geweest, naar toernooien, voor competities, bekerwedstrijden en kampioenschappen, en voor hele weekenden naar het Hoogoven toernooi. En het was gezellig, en wij hadden plezier. Vliegende keepJacques heeft de vereniging in 1981 opgericht en verder was hij onze vliegende keep. Naast competitieleider, was hij tot voor kort bestuurslid hoewel ik sterk vermoed dat hij met name aan het vergaderen een hekel had. Maar daar hoorde je hem nooit over klagen. Je hoorde hem eigenlijk nooit klagen.Hij was ook jeugdleider en stond elke zaterdagochtend paraat om de jeugd op te vangen en in te wijden in de charmes van het schaakspel. Ze hingen soms letterlijk aan hem, noemden hem Meneer Hanssen, en Meneer Hanssen betekende wat voor hen. Dan kon je zo’n kleintje die net een partijtje had gewonnen, naar hem toe zien hollen en horen roepen “Meneer Hanssen, Meneer Hanssen, ik heb gewonnen !” KarHij beheerde het materiaal, en maakte zelf mooie houten dozen voor onze nieuwe stukken. Hij had al enige tijd het voornemen om een prijzenkast voor de club te maken – maar daar zullen we nu zelf voor moeten zorgen.Hij bracht defecte klokken naar de juwelier, overigens pas na eerst zelf een poging te hebben gedaan om ze te repareren. Hij kopieerde lesmateriaal, hij haalde spelers op, bracht jeugdteams weg, vervoerde het materiaal, en ging met zijn Kar achter de auto op pad om ......de tent van de harmonie op te halen, of tuinstoelen voor het tuinfeest, of een barbecue of wat dan ook te transporteren. Diezelfde kar heeft veel meegemaakt. Want daarmee was hij op pad als hij ergens voor iemand aan het bouwen, verbouwen was. Zijn andere hobby. Hij deed het allemaal. En wij, wij hebben ervan geprofiteerd. Dat liep als vanzelf, dat hij zoveel deed en dat wij ervan uitgingen dat hij het allemaal regelde. Want het viel niet op. Hij viel niet op. Onzelfzuchtig, belangeloosEn hij deed het gewoon, zonder iets te eisen of voorwaarden te stellen, zo onzelfzuchtig, zo belangeloos. En omdat hij het zo deed, trok hij anderen als vanzelf daarin mee. Want zoiets werkt aanstekelijk.En zo had hij met zijn manier van doen vooral ook effect op de binding van mensen in de vereniging, op de sfeer en de onderlinge relatie, het plezier aan mekaar. Een verenigingscultuur waar we toch zo trots op zijn en waaraan we het huidig succes van de vereniging te danken hebben. Tegenwoordig hebben ze het in bedrijven over teams, en teambuilding en teamplayers. Maar deze man, ..... dát was pas een teamplayer ! Sympathieke mensenToen ik twee weken geleden – op donderdag – bij hem was, kwam ter sprake dat hij veel bezoek kreeg en dat ook diverse schaakvrienden de moed gevonden hadden om zich aan te melden. “Ja”, zei hij, “die schakers mogen komen, want dat zijn sympathieke mensen!” Op deze plaats zou ik willen zeggen: “Nee Jacques, zo lag dat niet helemaal . Zo draai je de zaken om. Niet die schakers zijn zo sympathiek, nee jij was sympathiek. En daar is het allemaal mee begonnen...”DankbaarheidDe tijd gaat verder en we hebben alweer een aantal donderdagen achter de rug zonder Jacques. Voorlopig hebben we het gevoel dat wij met hem een hele belangrijke partij hebben verloren. Maar daar komen wij wel overheen. De treurnis is er zeker, maar zal het gaandeweg moeten afleggen tegen een ander gevoel, namelijk dat van dankbaarheid. Dankbaarheid voor al datgene dat hij voor ons heeft gedaan maar vooral ook heeft betekend. En laat dat dan ook een troost zijn voor Agnes, de kinderen en kleinkinderen. Dat wij, zijn vrienden van de Schaakvereniging hem zo nadrukkelijk positief in herinnering hebben en zullen houden omdat we zoveel aan hem te danken hebben. Bert Smeets |