Nieuw Nederlands

Over vensterbank, prullenbak en theemuts

Het Nederlands is een mooie taal. Regelmatig wordt zij verrijkt met nieuwe woorden. Als ik me niet vergis, was het minister Johan Remkes die prullenbakkeren introduceerde. Schitterend, wat een fantasie. Ik kan me voorstellen dat je sinaasappelschillen kunt prullenbakkeren, maar ook ideeën en wellicht ook (schaak)varianten.

Als reactie hierop schreef Jan Mulder in de Volkskrant over vensterbanken. Ronduit geniaal. Hij had het over de kat vensterbanken. Maar ik verdenk hem ervan dat hij, misschien onbewust, een synoniem voor prullenbakkeren heeft verzonnen. Jan: Johan, jouw prullenbak ga ik vensterbanken. Minister Remkes: Meneer Mulder, uw vensterbank zal door mijn persoonlijke secretaris worden geprullenbakkeerd.

Het oorspronkelijke woord met dezelfde betekenis bestaat echter al sinds 1989. Destijds werden door de bewoners van de opzoomerstraat in Rotterdam de handen uit de mouwen gestoken om hun straat schoner, veiliger en gezelliger te maken. En het woord opzoomeren was geboren. {Opzoomeren is dus een echt Rotterdams woord. Net als tering (gruwelijke teringhekel), zout (opzouteh nah!), tyfus (tyfus-takkeh-zooi) of kanker (kankehmongool). Dus Rotterdams klinkt als: "kankehmongool, opzouteh nah met je tyfus-takkeh-zooi anders krijgt-ik een gruwelijke teringhekel aan je". Ik heb me zelf nooit verlaagd tot het bezigen van het Rotterdamse vocabulaire. Ik ben ten slotte wél met normen en waarden opgegroeid. Ik gebruik dan ook enige, beschaafde, algemeen geaccepteerde reprimandes.}

Om terug te komen op prullenbakkeren, vensterbanken en opzoomeren. Deze woorden dragen bij tot de verfraaiing van het Nederlands. Misschien is dit het moment om de schaakterminologie een verandering te laten ondergaan. Ik denk hierbij aan woorden als rokade, en-passant en fianchetto.

Neem nou die laatste. Letterlijk betekent het spelen via de flank van het Italiaanse woord fianco dat inderdaad flank betekent. Het komt erop neer dat op de b- of g-lijn de pion één veld naar voren wordt gespeeld, waarna de loper de plek van de pion inneemt. Hier moet toch iets anders, een Nederlands woord, voor te verzinnen zijn.

Uiteindelijk werd ik verlicht! Zwevend over een brij van letters, stromende uit de hoorn der overvloedige woorden, zag ik duidelijk dat ene woord dat de lading volledig dekt. Gaat u eens na: de pionnen op f2, g3 en h2 (of elke willekeurige andere hoek van het veld) lijken sprekend op een theemuts! Dus vanaf nu spreken we niet meer van een loper fianchetteren, maar van een loper theemutsen (bovendien wordt een loper ook wel bisschop genoemd en die hebben natuurlijk ook een theemuts op hun hoofd).

Dat heeft wel enkele gevolgen. Bijvoorbeeld de fianchettovariant van het damegambiet wordt dan de theemutsvariant van het damegambiet. Ditzelfde geldt dan natuurlijk ook voor de theemutsvariant van het Grünfeld-Indisch of van welke andere opening dan ook. Sterker nog. De Reti-opening is vanaf heden geprullenbakkeerd en heet voortaan de theemutsopening!

De gedachte waarvan ik me helaas niet kan losmaken, is dat theemutsen ook een synoniem lijkt voor prullenbakkeren, vensterbanken en opzoomeren!

Marco, 26-11-2002

PS: Wie kan er Nederlandse woorden verzinnen voor rokade en en-passant?