Het einde der spelen; Deel 1

Uit de kronieken der Meesters

De lezing volgens Marcus

Beminde gelovigen, ik, Marcus, verheug me dat u in zulke groten getale hier verzameld zijt. Vandaag zal ik u kond doen uit de kronieken der Meesters. Men neme boek 24, het einde der spelen, pagina 311. Ik leze vers 1 tot 65. Hoort mij aan:

1. Aanschouw de verzamelde menigte. 2. De menigte is verontrust, want dezes daags is den dag des oordeels. 3. De menigte verstilde. 4. De meester trad binnen. 5. En hij sprak en zei de wijze woorden: 6. Jongelingen, mannen, vrienden, broeders, moge dezes daags de leerlingen geoordeeld worden! 7. En geoordeeld zal worden door een teken. 8. En het teken zal vierkant zijn 9. En des tekens nummer zal vierenzestig zijn. 10. Aldus sprak de Meester de wijze woorden. 11. En op zijn woord werd het teken aanschouwelijk gemaakt. 12. En het teken was aan de wand:

13. De Meester verhief zich en sprak de wijze woorden: 14. Is dit een gelijkwaardig teken? 15. Mocht dit een gelijkwaardig teken zijn, toon mij aanstonds de reeksen. 16. De oudste der leerlingen verhief zich. 17. En hij sprak, zeggende de woorden: 18. Voorwaar Meester, dit is een gelijkwaardig teken. 19. En de reeks luidt: 20. Den witten Heren naakt, 21. het zwarte voetvolk schrijdt voort, 22. den zwarten Heren mengt zich in de strijdt, 23. den Ruiter valt aan. 24. Door omzetting is zwart gelijkwaardig! 25. De menigte verstilde. 26. De Meester verhief zich en sprak de wijze woorden: 27. Mijn eerste leerling, 28. mij is het oordeel openbaard. 29. Gaat heen, uit mijn aangezicht! 30. En de eerste onder de leerlingen ging en droeg zijn lot waardig. 31. De tweede der leerlingen verhief zich. 32. En hij sprak, zeggende de woorden 33. Voorwaar Meester, dit is een gelijkwaardig teken. 34. En de reeks luidt: 35. Den Ruiter valt aan, 36. het zwarte voetvolk schrijdt voort, 36. den zwarten Heren mengt zich in de strijdt, 37. over de vijfde rij. 38. En er is gelijkwaardigheid! 39. De menigte verstilde. 40. De Meester verhief zich en sprak de wijze woorden: 41. Mijn tweede leerling, 42. mij is het oordeel openbaard. 43. Gaat heen, uit mijn aangezicht! 44. En de tweede onder de leerlingen ging en droeg zijn lot waardig. 45. De jongste der leerlingen verhief zich. 46. En hij sprak, zeggende de wijze woorden 47. Voorwaar Meester, dit is niet een gelijkwaardig teken. 48. En de reeks luidt: 49. Den ruiter gaat den hoek binnen, 50. den witten Heren schrijdt naar de vierde rij. 51. En de gelijkwaardigheid is overwonnen! 52. De menigte verstilde. 53. De Meester verhief zich en sprak de wijze woorden: 54. Mijn jongste leerling, 55. mij, is het oordeel openbaard. 56. komt met mij! 57. Ik zal u inwijden. 58. Ik zal u openbaren. 59. Ik zal u maken tot een nieuwe Meester. 60. Gij zult mijn taken erven. 61. Vanaf dezes daags zult gij bij uw nieuwe naam worden genoemd. 62. En uw naam zal de Schrandere zijn! 63. En de jongste onder de leerlingen ging en droeg zijn lot waardig. 64. En de menigte juichte en jubelde!

(wordt vervolgd)

Marco, 25-03-2003